weet jij het ook wel eens niet?
“Ik weet het niet”, zei ze en ze moest er gelijk bij lachen. Een beetje besmuikt, dat wel. Ze keek me ook niet direct aan. Ik realiseerde me dat ze zich hiervoor schaamde, voor het niet-weten. Het zal wel een beroepsdeformatie zijn, zo’n reactie triggert mijn nieuwsgierigheid. Waarom zou ze zich schamen? Interessant om eens bij deze vraag stil te staan.
[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][et_pb_row _builder_version=”4.9.7″ _module_preset=”default”][et_pb_column _builder_version=”4.9.7″ _module_preset=”default” type=”4_4″][et_pb_text _builder_version=”4.9.7″ _module_preset=”default” hover_enabled=”0″ sticky_enabled=”0″]Perfectionisme
[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][et_pb_row _builder_version=”4.9.7″ _module_preset=”default”][et_pb_column _builder_version=”4.9.7″ _module_preset=”default” type=”4_4″][et_pb_text _builder_version=”4.9.7″ _module_preset=”default” hover_enabled=”0″ sticky_enabled=”0″]Een mogelijke reden is perfectionisme. Al van jongs af aan krijgen wij geleerd dat als je iets doet, het dan ook wel goed moet zijn. En niet zomaar goed. Nee, helemaal goed. Op fouten word je flink afgerekend. Een sticker op je schoolwerk als het goed is, grote rode krassen bij de fouten. Kwam je thuis met een prima rapport, ging alle aandacht naar die ene 5 voor rekenen. En je had nog wel zo je best gedaan! Alleen wordt dat niet gezien.
Ongemerkt krijgt dit perfectionisme extra voeding door een sterke vergelijkingsdrang. “Kijk J. eens blij zijn. Hij kreeg een compliment voor die tekening van een aap. Laat ik dan ook maar een aap tekenen (alhoewel ik veel beter ben in huizen tekenen), want ik wil ook zo’n compliment.”
[/et_pb_text][et_pb_text _builder_version=”4.9.7″ _module_preset=”default” hover_enabled=”0″ sticky_enabled=”0″]Niet goed genoeg
[/et_pb_text][et_pb_text _builder_version=”4.9.7″ _module_preset=”default” hover_enabled=”0″ sticky_enabled=”0″]Een andere mogelijkheid is het gevoel dat je niet goed genoeg bent. Heeft natuurlijk heel veel met het perfectionisme te maken, toch zijn er nuance verschillen. ‘Niet goed genoeg’ uit zich in gedachten zoals “Ik heb geen talent”, “ik verdien het niet”, “het is toeval, puur geluk dat ik het tot nu toe wel heb gered”. “Dit resultaat ligt niet aan mijn kwaliteiten. Wanneer val ik door de mand?”
Dit wordt ook wel het “imposter syndrome” genoemd. De gedachte dat je een fraudeur bent die elk moment ontmaskert kan en ook zal worden. Dus zeg je dan dat je het niet weet, bekruipt je gelijk de angst dat je hier vreselijk op afgerekend gaat worden, dat dit het moment is dat je door de mand valt. Dat je feitelijk niets kan.
Deze gedachten worden extra sterk als je even niet lekker in je vel zit, door bijvoorbeeld vermoeidheid of omdat je veel aan je hoofd hebt. Het is een onzekerheid, een verlegenheid die je echt tegenhoudt om te laten zien wat je kan, wat je waard bent en met trots al jouw kwaliteiten in te kunnen en vooral ook durven zetten.
[/et_pb_text][et_pb_text _builder_version=”4.9.7″ _module_preset=”default” hover_enabled=”0″ sticky_enabled=”0″]Verlangen
[/et_pb_text][et_pb_text _builder_version=”4.9.7″ _module_preset=”default” hover_enabled=”0″ sticky_enabled=”0″]Drijfveer voor dit gedrag en deze gevoelens is een sterk, diepgeworteld verlangen om erbij te horen, ons te verbinden. Om niet buiten de boot te vallen. Een oerinstinct. Niet met de groep mee kunnen, betekende in het verre verleden een zekere dood. En om het dichter naar het heden te halen, ook nu kan het heel goed in een groep gebeuren dat je, door je ‘anders’ te gedragen dan de rest, buitengesloten wordt.
Toch gebeurt dit buitensluiten veel vaker niet dan wel. En de vraag is of het, in het geval je wel buitengesloten wordt, dan zo erg is. Wil je dan wel bij die groep horen? Juist diversiteit zorgt ervoor dat een team bijvoorbeeld een goede prestatie neer kan zetten, het beoogde resultaat kan behalen. Als iedereen in een team goed zou zijn in ‘A’ en je hebt zowel ‘A’, ‘B’ als ‘C’ nodig, kan je heel hard werken, maar gaat het niet lukken. Juist de combinatie van diverse talenten maakt het bereiken van de gewenste resultaten een stuk makkelijker.
[/et_pb_text][et_pb_text _builder_version=”4.9.7″ _module_preset=”default” hover_enabled=”0″ sticky_enabled=”0″]Falen en het even niet weten: omarm het
[/et_pb_text][et_pb_text _builder_version=”4.9.7″ _module_preset=”default” hover_enabled=”0″ sticky_enabled=”0″]Het even niet weten, twijfelen en ook domweg fouten maken, het mag er allemaal zijn. We hebben dit nodig. Niet-weten zorgt voor ruimte. Ruimte om een stap terug te doen en je creativiteit haar gang te laten gaan. Dit zijn de beste momenten om iets anders te gaan doen en dan vooral gericht op ontspannen. Naar buiten staren, even een kletspraatje met een collega, een wandeling, meditatie. In elk geval iets wat niet te maken heeft met wat je aan het doen was.
Ook fouten mag je echt omarmen. Zie deze als lessen. “Dit werkt dus niet. Oké, weer wat geleerd. Nieuwe poging.” Je kunt wat je doet ook als een experiment zien. Ook dat geeft heel veel ruimte. En wie weet leidt een fout wel tot iets heel ergs geweldigs. Niet het beoogde resultaat, maar wel iets heel anders tof.
Laatst las ik de zin “Failure is an event, never a person”. Een fout is een gebeurtenis, niet jij bent fout. Leg je focus op groei in plaats van op een te leveren prestatie. En geef jezelf de ruimte om het niet te weten, om fouten te maken. Lach er hartelijk om. Complimenteer jezelf en pak de ruimte die dit je geeft.
Hartelijke groet, Nicole
[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]