Als grenzen aangeven niet jouw sterkste kant is

“Vandaag ga ik het echt anders aanpakken. Ik heb het al weken te druk. Mijn to-do lijst wordt elke dag langer in plaats van korter. Nu ga ik mijn grenzen aangeven.” Zo spreek ik met mezelf af voor ik ’s ochtends de deur uit ga naar mijn werk.

Ja zeggen

Het is al jaren een thema van me. Misschien zelfs al mijn hele leven. Waar ga ik staan voor mijn eigen behoeften of gevoel en waar dans ik mee met een ander?  Ik pas me graag aan. Ik zeg graag: “ja” als me iets gevraagd wordt. Ik vind het ook gewoon fijn om iets voor een ander te doen.

win-win

Dat is niet zo gek, want het is zelfs bewezen dat er, als je iets doet voor een ander, een hormoon vrij komt wat zorgt voor een geluksgevoel. En dat geluksgevoel dat voel ik als ik een ander uit de brand help door iets over te nemen, een stapje extra zet om een ander een plezier te doen of mijn eigen plannen opzij zet om aan die van een ander mee te werken. Win-win dus, zou je zeggen.

Maar

Er is alleen een maar. Door mee te bewegen met een ander raak ik soms mezelf kwijt. Ik kom in situaties waar ik eigenlijk helemaal niet wil zijn. Ik verbind me met andermans dromen en zet mijn eigen dromen in de wacht en soms weet ik werkelijk niet wat ik zelf nu eigenlijk wil. Ik wordt een soort sociale kameleon die mee kleurt met de omgeving, maar wat is mijn eigen kleur?

Handige oplossingen

Ik heb hier door de jaren heen al allerlei, in meer of mindere mate bruikbare, oplossingen voor bedacht. Bijvoorbeeld meditaties gedaan om meer in verbinding te komen met mezelf. Of via omwegen de ander laten weten waar ik behoefte aan heb, zodat ze rekening met me houden. Me gespecialiseerd in de verbindende communicatie om mijn grenzen zo te kunnen brengen dat ze de ander het minste tot last zouden kunnen gaan zijn. En tijd in mijn agenda blokkeren voor me-time of met mezelf afspreken dat ik beter mijn grenzen aan ga geven.

Het resultaat

Het gaat me steeds makkelijker af. Ik merk ook dat er meestal met begrip wordt gereageerd als ik aangeef dat ik iets niet kan of wil. En dan hoor ik mezelf weer ja zeggen als mijn collega vraagt of ik iets voor haar over wil nemen terwijl ik zelf al een serieuze to-do lijst heb liggen. Ik glimlach in mezelf, schrijf haar taak erbij en denk terug aan een keer dat ik wel mijn grenzen aan heb gegeven. Ik ben er nog niet, maar er is vooruitgang.

Add a Comment

Your email address will not be published.