fbpx

Ik los het wel alleen op


Als kind nam ik onbewust de overtuiging aan dat ik moeilijkheden alleen kon oplossen. Het is daardoor misschien geen toeval dat ik 10 jaar geleden onverwacht alleenstaande moeder werd. Zo kon ik me nog verder ontplooien als out-of-the-box-denker, ad-hoc-problemen-oplosser en creatieve geest. Want dat zijn de wins die ik haalde uit mijn overtuiging. Het ligt me wel, dat alleen moederen. Ik hoef met niemand te overleggen, kan mijn eigen gang gaan en word er een sterkere vrouw van. 

Maar ik ben ook de eerste om toe te geven dat het best zwaar is. Je moet inderdaad veel alleen oplossen, in je eentje beslissen en altijd je eigen gang gaan. Dat ik daar steeds beter in word, is niet enkel een positieve evolutie.

Hulp leren vragen

Ik ben natuurlijk niet altijd een sterke vrouw, dat wil ik ook niet altijd zijn. Soms heb ik juist nood aan overleg, aan helpende handen en samen dingen aanpakken. Ook ik heb behoefte aan rust en opladen, aan verzorgd worden en kunnen leunen. Maar hulp vragen is voor iemand die zichzelf ooit wijsmaakte dat ze het alleen zou oplossen natuurlijk een dingetje. Niet gemakkelijk om toe te geven dat een keuze die je bewust en weloverwogen maakte je soms toch zwaar valt, dat je het even niet meer weet en dat je iemand nodig hebt.  

En toch is dat goed. Want niemand kan het helemaal alleen. We hebben elkaar juist nodig. Samen sta je vaak sterker dan alleen.

Je village creëren

De ‘village’ die er vroeger was en waarin kinderen opgroeiden, bestaat niet meer. Grootouders wonen niet meer in bij de kleinkinderen en hebben vaak zelf nog een druk leven. Vriendinnen doen ook hun best om een baan en sociaal leven te combineren met het ouderschap en wonen soms ver weg. We leven steeds minder in gemeenschap.

Daarom is het zo belangrijk dat we onze eigen village creëren. Dat we plekken opzoeken waar we samen kunnen moederen of vaderen, waar we taken kunnen verdelen en waar we kunnen uitrusten.

De Zomerweken als village

Afgelopen zomer was ik in Drenthe tijdens de Zomerweken. Daar vind ik zo’n village. Ik geniet van het leven in deze gemeenschap, van mijn voetjes onder tafel kunnen schuiven en samen de afwas doen, van mijn verhaal kunnen delen met andere vaders en moeders aan het kampvuur. Ik was dankbaar dat een aantal ouders mijn zoon wilden meenemen naar het meertje, zodat ik mijn schrijfworkshop rustig kon geven. En als mijn zoon ’s ochtends vroeg de tent uitkroop om met Luc het ontbijt klaar te zetten, mocht hij als beloning de bel luiden en ik langzaam wakker worden.

Mijn dagelijkse village

Ik wil in mijn dagelijkse leven ook meer mijn licht laten schijnen op de village die ik de afgelopen jaren rond mij verzameld heb. Want ze is misschien minder zichtbaar dan in de tijd dat mensen nog samen voor hun huis zaten te kletsen, maar ze is er wel. 

Ik zie haar in mijn nichtje, die komt oppassen zodat ik naar mijn hobby kan. In de handige harry die gordijnrails ophangt, in een ex-vriend die mijn zoon nog wil opvangen, in ouders van school met wie ik kan overleggen of een mobiele telefoon al een goed idee is, in vriendinnen in een verre stad die wel via de app altijd bereikbaar zijn, in een buurvrouw die haar tuin beschikbaar stelt voor onze was, in de peetoom die een nieuwe boekentas voor mijn zoon koopt en in de leerkracht die zijn talenten naar boven haalt.

Op deze village mag ik leunen. Bij hen kan ik mijn vragen neerleggen. Daarin wil ik investeren. Ik hoef niet alles te kunnen. Ik hoef niet alles in mijn eentje op te lossen. Ik moet het wel zelf doen, maar niet alleen. 

Samen ben je sterker. En dan hoef je niet zo sterk te zijn.