KerstAnders met gelijkgestemden
Met open mond staarde ik naar de zwart-wit beelden op de televisie. Naar Sjakie, die in armoede leefde, maar overgoten werd met liefde. Hij bemachtigde de gouden wikkel, die hem toegang gaf tot de chocoladefabriek, een fabriek waar de lolly’s zo groot waren als bomen. Kleine mensen die in een bootje voeren op rivieren van gesmolten chocolade en onderweg waren naar een lopende band vol met toffees. Ze zongen en waren blij. Willie Wonka rekende af met hebzuchtige kinderen en Sjakie werd rijkelijk beloond voor zijn goede gedrag. Vol liefde keek ik naar de beelden en naar de kerstboom, die ik de avond daarvoor samen met vader en moeder had opgezet.
Tot zover mijn kerstgevoel. Een gevoel dat werd gevoed door de illusie die op de televisie verscheen, als een venster dat me zicht gaf op een fijnere wereld. De werkelijkheid was anders. Als nakomertje van een groot Brabants gezin leefde ik in een omgeving, die niet voor kinderogen geschikt was.
Ik keek naar het schouwspel
Het geluid van de opgevoerde Kreidler van de vriend van mijn zus kwam steeds dichterbij. Mijn schouders trokken zichzelf automatisch naar boven. Drie minuten later stond mijn toekomstige zwager in de kamer en vroeg direct om een biertje. Mijn zus haastte zich naar de keuken en mijn broers riepen haar na dat ze beter meteen de hele krat kon meenemen. Een opener hadden ze niet nodig. De bielzen van de open haard, hadden een scherpe rand en met goed gemikte tikken, vlogen de dopjes van de flessen. Met bij elkaar geknepen billen keek ik naar het schouwspel en ik wist dat dit slechts het begin was. Het liefst wilde ik naar de keuken, waar moeder en mijn zussen het kerstdiner voorbereidden, maar dat was verboden gebied voor mij. Ik liep teveel in de weg.
Zelfs geen ijstaart
Door het raam zag ik oom Harry uit zijn NSU stappen. De deuken in de bumper waren nog van de vorige kerst, toen hij vergeten was dat er bomen op het erf stonden. Zijn manier van lopen, verraadde dat hij zichzelf al moed had ingedronken. Oom Harry was een oudere vrijgezelle broer van mijn vader. Hij was klein en had halflang grijs haar, dat in slierten langs zijn gezicht hing. Hij miste een paar tanden en die hij nog had waren groot en geel, net als zijn vingers. Zijn buik was ongezond dik, wat maakte dat zijn bloes nooit in zijn broek bleef zitten. Oom Harry deed nooit moeite om voor kerst iets schoons aan te trekken. Hij rook niet alleen naar de drank die hij die ochtend al genuttigd had, hij rook naar een hele week drank, tabak en zweet dat deed denken aan een jeneverstokerij. Zijn gulp stond altijd open. Moeder had hem liever niet aan tafel, maar vader stond er ieder jaar op om hem uit te nodigen. Ik durfde amper naar hem te kijken. Als ik zijn gapende gulp zag, kon ik niet meer eten. Zelfs geen ijstaart.
Ook een illusie
Het klinkt gemeen, maar ieder jaar hoopte ik dat oom Harry dood zou gaan, maar vlees dat gemarineerd is in alcohol blijft blijkbaar heel lang goed. Hij werd uiteindelijk tachtig jaar. De gezinspatronen waren grimmig en werden ieder jaar scherper. Drank maakte niet alleen de tongen los, ook de onderliggende woede vierde met Kerst zijn hoogtepunt. Bij ons thuis was het ‘Kerst anders’.
Tot mijn veertiende bleef ik verlangen naar de dag dat Willie Wonka mij uitnodigde in zijn chocoladefabriek. Toen ook dat een illusie bleek, wilde ik alleen nog maar vluchten voor Kerst. En dat ben ik blijven doen.
Kwetsbaar zijn zonder dat te voelen
‘Kerst Anders’ las ik op internet. Ik aarzelde geen moment en meldde me aan voor een midweek in Havelte. Bij binnenkomst voelde ik het meteen. Het was niet Sjakies chocoladefabriek, maar de sfeer was aangenaam zacht. Langzaam druppelden de andere deelnemers binnen en ik vond het niet eens spannend. Ik voelde me veilig, vrij en rustig. Dat is zo de hele week gebleven. Ik kon kwetsbaar zijn zonder me dat te voelen, samen blij zijn, genieten van massages, wandelen in de prachtige natuur, samen gek doen tijdens een kerstspel, lekker eten en vooral mezelf zijn.
Drankjes werden gematigd gedronken en er werd naar elkaar geluisterd. Er waren wel mannen met buikjes, maar sinds ik zelf een permanent tot vet geworden vakantietasje op mijn buik meedraag, heb ik mijn visie op dik bijgesteld.
Liefde voor iedereen, ook voor oom Harry
Er was een moment dat ik terug dacht aan oom Harry. Zou hij hetzelfde hebben gevoeld? Hij kon niet terugvallen op zelfhulpboeken en spiegelende gesprekken. Zijn gevoelens werden waarschijnlijk in de fuik van zijn gedachten opgesloten en er was geen weg terug. Zijn enige uitweg was de drank geweest. Er was een tijd dat ik hem jaarlijks dood wenste. Nu voelde ik liefde voor iedereen, ook voor oom Harry.
Kerst Anders ken ik van vroeger. Dit was: ‘Kerst Gelijkgestemd’.
©Petri van Otten