de kou liet ons ontwaken uit onze winterslaap
Mijn meest recente herinnering aan winterwarmte is die van afgelopen februari. Na maanden binnen te hebben gezeten, lag er in een keer ijs. De bevroren sloten verbonden de huizen. Je kon op sommige plekken zo naar je overbuurman toe schaatsen. De vijver in mijn woonwijk werd een ontmoetingsplaats. Vanuit alle huizen kwamen mensen met sjaals, handschoenen en dikke winterjassen naar buiten gelopen.
Mijn zoontje en ik trokken onze schaatsen aan en zetten onwennig de eerste stappen op het ijs. De studenten van het plein namen een hun beatbox mee en de snaps ging over tafel. Ik nam een shotje apfelkorn en liet me gaan me op de muziek van Dre Hazes, Leef!
Mijn zoontje zag voor het eerst in zijn leven ijs en pikte de sfeer feilloos op. Hij bewoog als een Bambi met zijn muts ver over zijn ogen en een snottebel aan zijn neus. Maar hij was trots op hoe hij vooruit kwam op het bevroren water met zijn ijzertjes. En genoot zichtbaar van iedereen die om hem heen bewoog. Hij moedigde de mensen aan en probeerde ze achterna te gaan.
Buren die ik lang niet had gezien groette ik uitbundig en we namen de tijd voor een praatje. De kou liet ons ontwaken uit onze winterslaap. Dat het -10 was, deerde niet. We waren warm van binnen.